Statuten en Huishoudelijk Reglement

Hieronder tref je de Statuten en het Huishoudelijk Reglement aan die van toepassing is voor de leden van SCANDIA.
Distributie of het openbaar plaatsen van deze gegevens anders dan op deze website is niet toegestaan.

Statuten

Artikel 1. Naam, vestigingsplaats en duur

  1. De vereniging draagt de naam: Scandia, Vereniging van Liefhebbers en Fokkers van Scandinavische Spitshondenrassen. De vereniging kan de verkorte naam: Scandia voeren en wordt in deze statuten aangeduid als: “de vereniging” of: “de vereniging Scandia”.
  2. Zij is gevestigd te Maartensdijk.
  3. De vereniging is voor onbepaalde tijd aangegaan. Zij is opgericht op één mei negentienhonderdvijftig.
  4. Zij is in het jaar tweeduizend als lid toegetreden tot de Vereniging Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland, hierna ook te noemen “Raad van Beheer”.

Artikel 2. Doel en middelen

  1. De vereniging heeft ten doel:
    1. de instandhouding en verbetering van de Scandinavische spitshondenrassen;
    2. de bevordering van de gezondheid en het welzijn van de tot deze rassen behorende honden in het algemeen en het voorkomen en bestrijden van erfelijke gebreken binnen deze rassen in het bijzonder;
    3. het bevorderen van het contact tussen fokkers en liefhebbers van de Scandinavische spitshondenrassen.
  2. Zij tracht dit doel te bereiken door:
    1. het houden van vergaderingen en het organiseren van lezingen en cursussen;
    2. het ondersteunen van initiatieven van leden van Scandia ter bevordering van de rastypische werkeigenschappen;
    3. het organiseren van exposities;
    4. het geven van voorlichting over de aankoop, het houden, fokken en opvoeden van Scandinavische spitshondenrassen;
    5. het opstellen van plannen ter bestrijding van erfelijke gebreken binnen de rassen en het treffen van maatregelen ter uitvoering van die plannen;
    6. het bijhouden van een register van raszuivere Scandinavische spitshondenrassen;
    7. het registreren van uitslagen van onderzoeken van tot de Scandinavische spitshondenrassen behorende honden betreffende de aanwezigheid van erfelijk bepaalde afwijkingen alsmede van de mogelijkheid van het doorgeven van de aanleg daarvoor aan nakomelingen, een en ander met het doel, ten behoeve van een verantwoorde fokkerij van de Scandinavische spitshondenrassen gegevens uit deze registratie aan derden te verstrekken en te publiceren;
    8. het uitgeven van een clubblad of een periodiek;
    9. het deelnemen aan het overleg binnen de georganiseerde kynologie;
    10. al hetgeen verder aan het doel dienstbaar kan zijn, een en ander voor zover daarbij niet wordt gehandeld in strijd met de statuten, reglementen en wettige besluiten van de Raad van Beheer.

Artikel 3. Verhouding tot de vereniging Raad van Beheer

  1. De vereniging Scandia ontleent haar rechten aan de statuten, huishoudelijk reglement en overige reglementen van de Raad van Beheer en verplicht zich zonder voorbehoud tot naleving van die statuten, reglementen en wettig genomen besluiten van de Raad van Beheer.
  2. De vereniging Scandia aanvaardt zonder voorbehoud de rechtsmacht van de Geschillencommissie voor de Kynologie en het Tuchtcollege voor de Kynologie, zoals weergegeven in de statuten en het huishoudelijk reglement van de Raad van Beheer.
  3. De leden van de vereniging Scandia zijn jegens de vereniging tot hetzelfde gehouden als waartoe de vereniging Scandia vanwege haar lidmaatschap jegens de Raad van Beheer zal zijn gehouden op grond van de statuten en reglementen van de Raad van Beheer en de door de organen van de Raad van Beheer wettig genomen besluiten.
  4. De vereniging Scandia is bevoegd tot het opleggen van de verplichtingen aan de leden jegens de Raad van Beheer, waarbij al hetgeen waartoe de vereniging Scandia jegens de Raad van Beheer is gehouden uit hoofde van het bepaalde in de statuten en reglementen van de Raad van Beheer ook geldt als verplichtingen die de leden van de vereniging rechtstreeks jegens de Raad van Beheer hebben alles met toepassing van het bepaalde in artikel 46, Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.

Artikel 4. Verenigingsjaar

Het verenigingsjaar valt samen met het kalenderjaar.

Artikel 5. Leden

  1. De leden van de vereniging worden onderscheiden in gewone leden en buitengewone leden.
  2. Gewone leden hebben alle rechten en plichten die de wet en deze statuten aan leden toekennen onderscheidenlijk opleggen. Buitengewone leden hebben deze rechten en plichten slechts voor zover deze statuten niet anders bepalen.

Artikel 6. Gewone leden

  1. De gewone leden van de vereniging worden onderscheiden in:
    1. algemene leden;
    2. ereleden.
  2. Algemene leden zijn de natuurlijke personen die de leeftijd van achttien jaar hebben bereikt en als zodanig zijn toegelaten.
  3. Ereleden zijn de natuurlijke personen die zich voor de vereniging buitengewoon verdienstelijk hebben gemaakt en om die reden als zodanig zijn benoemd.

Artikel 7. Buitengewone leden

  1. De buitengewone leden van de vereniging worden onderscheiden in:
    1. gezinsleden;
    2. jeugdleden.
  2. Gezinsleden zijn zij die met een lid zijn getrouwd of daarmee duurzaam samenleven en die als zodanig zijn toegelaten.
  3. Jeugdleden zijn de natuurlijke personen die de leeftijd van achttien jaar nog niet hebben bereikt en als zodanig zijn toegelaten.

Artikel 8. Ereleden

  1. Ereleden worden door de Algemene Vergadering op voorstel van het bestuur of op schriftelijk voorstel van ten minste tien stemgerechtigde leden benoemd met een meerderheid van ten minste twee/derde van de uitgebrachte stemmen. Zij betalen geen contributie.
  2. Indien een algemeen lid, gezinslid of jeugdlid tot erelid wordt benoemd, houdt hij met ingang van de dag volgende op de aanvaarding van zijn benoeming op algemeen lid, gezinslid of jeugdlid te zijn.

Artikel 9. Gezinsleden

  1. Gezinsleden ontvangen geen clubblad en betalen een verminderde contributie.
  2. Een gezinslid wordt van rechtswege algemeen lid met ingang van het verenigingsjaar volgende op het jaar waarin zijn of haar partner ophoudt lid te zijn. Indien de relatie met deze partner wordt ontbonden, kan het bestuur al dan niet op verzoek het gezinslidmaatschap omzetten in een algemeen lidmaatschap.

Artikel 10. Jeugdleden

  1. Jeugdleden kunnen slechts worden toegelaten met schriftelijke toestemming van een ouder of voogd.
  2. Jeugdleden hebben geen stemrecht en kunnen niet tot bestuurslid worden benoemd. Zij betalen een verminderde contributie.
  3. Een jeugdlid wordt van rechtswege algemeen lid met ingang van het verenigingsjaar volgende op het jaar waarin hij de leeftijd van achttien jaar heeft bereikt.

Artikel 11. Toelating van leden

  1. Het bestuur beslist over de toelating van algemene leden, gezinsleden en jeugdleden nadat zij zich als zodanig schriftelijk hebben aangemeld.
  2. Zij aan wie door de Raad van Discipline voor de Kynologie casu quo na één januari tweeduizend het Tuchtcollege voor de Kynologie bij onherroepelijke uitspraak een straf is opgelegd kunnen als lid worden geweigerd.
  3. Het bestuur kan het besluit omtrent de toelating ten hoogste twee maanden aanhouden, indien de aanmelding voor het lidmaatschap minder dan twee maanden vóór het houden van een Algemene Vergadering wordt ontvangen.
  4. Indien de toelating door het bestuur wordt geweigerd, staat daartegen binnen een maand na ontvangst van het bericht van weigering beroep op de Algemene Vergadering open. De Algemene Vergadering kan ook uit eigen beweging alsnog tot toelating besluiten.

Artikel 12. Aanvang van het lidmaatschap

  1. Het lidmaatschap van algemene leden, gezinsleden en jeugdleden vangt, onverminderd het bepaalde in artikel 9, tweede lid en artikel 10, derde lid, aan met de dag volgende op hun toelating.
  2. Het lidmaatschap van ereleden vangt aan met de dag volgende op de aanvaarding van hun benoeming.

Artikel 13. Einde van het lidmaatschap

Het lidmaatschap eindigt:

  1. door de dood van het lid;
  2. door opzegging door het lid;
  3. door opzegging door de vereniging;
  4. door ontzetting.

Artikel 14. Opzegging door het lid

  1. Opzegging door het lid geschiedt schriftelijk aan het bestuur.
  2. Het lidmaatschap eindigt, onverminderd het bepaalde in artikel 31, lid 4, met ingang van de dag die daarvoor bij de opzegging wordt vermeld, doch op zijn vroegst met ingang van de dag volgende op die, waarop de schriftelijke opzegging wordt ontvangen. Indien bij de opzegging geen tijdstip wordt vermeld, eindigt het lidmaatschap aan het einde van het verenigingsjaar waarin de opzegging plaatsvindt.
  3. Indien het lidmaatschap niet is opgezegd voor één december van enig jaar is de contributie voor het volgend jaar te voldoen en wordt de opzegging beschouwd als voor het daarop volgend jaar.

Artikel 15. Opzegging door de vereniging

  1. Opzegging door de vereniging is slechts mogelijk indien:
    1. het lid zijn verplichtingen tegenover de vereniging niet nakomt;
    2. aan het lid door de Raad van Discipline voor de Kynologie casu quo. na één januari 2000 het Tuchtcollege voor de Kynologie bij onherroepelijke uitspraak een straf van diskwalificatie van zijn persoon is opgelegd;
    3. om een andere reden van de vereniging redelijkerwijs niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren.
  2. De opzegging geschiedt door het bestuur.
  3. In het geval, bedoeld in het eerste lid onder a., wordt niet tot opzegging overgegaan dan nadat het lid schriftelijk op zijn verzuim is gewezen en hij gedurende een maand in de gelegenheid is gesteld om alsnog aan zijn verplichtingen te voldoen.
  4. Het lid wordt zo spoedig mogelijk schriftelijk en met opgave van redenen van het besluit tot opzegging in kennis gesteld. Daarbij wordt mededeling gedaan van de op grond van het vijfde lid bestaande beroepsmogelijkheid.
  5. Tegen het besluit tot opzegging staat binnen een maand na ontvangst van de in het vorige lid bedoelde mededeling beroep op de Algemene Vergadering open. Gedurende de beroepstermijn en hangende het beroep is het lid geschorst in de uitoefening van alle aan het lidmaatschap verbonden rechten en in de uitoefening van een eventueel door het lid beklede bestuursfunctie. Het geschorste lid heeft echter wel toegang tot de Algemene Vergadering waarin het beroep wordt behandeld, is bevoegd om bij de behandeling van het beroep aanwezig te zijn en daarover het woord te voeren, doch heeft geen stemrecht.
  6. Het lidmaatschap eindigt, onverminderd het bepaalde in artikel 31, lid 4, met ingang van de dag volgende op het verstrijken van de beroepstermijn of, indien beroep wordt ingesteld, onmiddellijk na het besluit tot verwerping van het beroep indien het lid aanwezig is in de vergadering waarin dit besluit wordt genomen, en anders met ingang van de dag volgende op die, waarop een schriftelijke mededeling van het besluit tot verwerping van het beroep is ontvangen.
  7. Een schorsing eindigt tegelijk met het lidmaatschap of, indien de Algemene Vergadering het beroep gegrond verklaart, tegelijk met het besluit van de Algemene Vergadering.

Artikel 16. Ontzetting

  1. Ontzetting is slechts mogelijk indien:
    1. het lid handelt in strijd met de statuten, reglementen of daarop gebaseerde besluiten van de vereniging;
    2. het lid de vereniging op onredelijke wijze benadeelt.
  2. De ontzetting geschiedt door het bestuur.
  3. Artikel 15, vierde tot en met zevende lid, is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 17. Overige sancties

  1. Onverminderd het bepaalde in artikel 15, vijfde lid en artikel 16, derde lid kan een lid door het bestuur voor de duur van maximaal één jaar worden geschorst, indien het lid heeft gehandeld in strijd met de statuten, reglementen of daarop gebaseerde besluiten van de vereniging dan wel de vereniging op onredelijke wijze heeft benadeeld.
  2. Artikel 15, lid 5 is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 18. Organen

De vereniging kent:

  1. een bestuur;
  2. een Algemene Vergadering;
  3. een kascommissie;
  4. een geschillencommissie.

Artikel 19. Samenstelling bestuur

  1. De Algemene Vergadering besluit, of het bestuur uit vijf, uit zeven of uit negen leden zal bestaan. De bestuursleden worden door de Algemene Vergadering uit de algemene leden, de ereleden en de gezinsleden benoemd. De Algemene Vergadering kan echter bepalen, dat de voorzitter buiten de leden kan worden benoemd.
  2. Degene aan wie door de Raad van Discipline voor de Kynologie casu quo na één januari tweeduizend het Tuchtcollege voor de Kynologie de straf van diskwalificatie van zijn persoon is opgelegd, is gedurende de duur van deze diskwalificatie niet tot lid van het bestuur benoembaar. De Algemene Vergadering kan echter bepalen, dat leden, die door voornoemd college zijn veroordeeld waarbij een andere straf is opgelegd dan diskwalificatie van zijn persoon, niet benoembaar zijn tot lid van het bestuur. Daarbij dient te worden aangegeven in welke gevallen, in casu bij welke opgelegde straffen alsmede welke verjaringstermijnen daarop van toepassing zijn, betrokkenen niet als bestuurslid kunnen worden benoemd.
  3. De voorzitter wordt als zodanig door de Algemene Vergadering in functie benoemd.
  4. De secretaris en de penningmeester kunnen als zodanig door de Algemene Vergadering in functie worden benoemd.

Artikel 20. Voordrachten

  1. De benoeming van bestuursleden geschiedt uit een of meer niet bindende voordrachten, behoudens het bepaalde in het zesde lid.
  2. Iedere voordracht heeft op één bepaalde vacature betrekking en vermeldt de naam van degene, door wiens aftreden de vacature wordt veroorzaakt. Iedere voordracht vermeldt voorts de naam van ten minste één kandidaat.
  3. Tot het opmaken van een voordracht zijn zowel het bestuur als tien stemgerechtigde leden bevoegd.
  4. Een voordracht van het bestuur wordt bij de oproeping voor de vergadering medegedeeld. Een voordracht van tien of meer stemgerechtigde leden moet ten minste één week voor de vergadering schriftelijk bij het bestuur worden ingediend.
  5. Is er voor een bepaalde vacature meer dan één voordracht, dan geschiedt de benoeming uit die voordrachten.
  6. Is er voor een bepaalde vacature geen voordracht opgemaakt, dan is de Algemene Vergadering voor de vervulling van die vacature vrij in haar keus.

Artikel 21. Einde bestuurslidmaatschap

  1. Het bestuurslidmaatschap eindigt:
    1. door het eindigen van het lidmaatschap van de vereniging;
    2. door periodieke aftreding;
    3. door bedanken;
    4. door ontslag;
    5. door oplegging van een straf door de Raad van Discipline voor de Kynologie casu quo na één januari tweeduizend het Tuchtcollege voor de Kynologie.
  2. Het bestuurslidmaatschap eindigt in het geval, bedoeld in het eerste lid onder b, aan het einde van de in artikel 22, eerste lid, bedoelde Algemene Vergadering. In het geval, bedoeld in het eerste lid onder c, eindigt het bestuurslidmaatschap op het door het bedankende bestuurslid genoemde tijdstip. In alle overige gevallen eindigt het met onmiddellijke ingang.

Artikel 22. Periodieke aftreding

  1. Ieder jaar treden op de jaarlijkse Algemene Vergadering twee of drie bestuursleden af volgens een door het bestuur op te maken en zo nodig te wijzigen rooster.
  2. Dit rooster wordt zodanig opgemaakt, dat:
    1. ieder bestuurslid uiterlijk drie jaar na zijn benoeming aftreedt, waarbij onder een jaar wordt verstaan de periode tussen twee opeenvolgende jaarlijkse Algemene Vergaderingen;
    2. de voorzitter, de secretaris en de penningmeester zo mogelijk in verschillende jaren, maar in ieder geval nimmer alle drie gelijktijdig aftreden;
    3. zij die in een tussentijdse vacature zijn benoemd, zo mogelijk op het rooster de plaats van hun voorganger innemen.
  3. Volgens rooster aftredende bestuursleden kunnen terstond worden herbenoemd.

Artikel 23. Schorsing en ontslag

  1. Elk bestuurslid kan te allen tijde door de Algemene Vergadering worden ontslagen of geschorst.
  2. Een schorsing die niet binnen drie maanden wordt gevolgd door een besluit tot ontslag, eindigt door het verloop van die termijn.

Artikel 24. Vervulling tussentijdse vacatures

  1. Indien in het bestuur één of meer vacatures zijn ontstaan, blijft het bestuur bevoegd.
  2. Het bestuur is verplicht, de vervulling van de open plaats of de open plaatsen voor de eerstvolgende Algemene Vergadering te agenderen. Zodra echter het aantal zitting hebbende bestuursleden minder bedraagt dan het aantal vacatures, is het bestuur verplicht zo spoedig mogelijk een Algemene Vergadering ter voorziening in die vacatures te beleggen.

Artikel 25. Bestuursfuncties

  1. Het bestuur wijst uit zijn midden een secretaris en een penningmeester aan, voorziet in de vervanging van de voorzitter, de secretaris en de penningmeester in geval van verhindering of ontstentenis en verdeelt ook overigens de werkzaamheden over zijn leden.
  2. De functies van voorzitter, secretaris en penningmeester zijn onverenigbaar.
  3. Op vervanging in geval van verhindering of ontstentenis is het bepaalde in het tweede lid niet van toepassing.

Artikel 26. Bestuurstaak en -bevoegdheden; verantwoordelijkheid van bestuurders

  1. Behoudens de beperkingen van de statuten is het bestuur belast met het besturen van de vereniging. Het richt zich daarbij naar de aanwijzingen betreffende de algemene lijnen van het te volgen beleid, zoals die door de Algemene Vergadering in de begroting of op andere wijze worden gegeven.
  2. Het bestuur is, mits met voorafgaande goedkeuring van de Algemene Vergadering, bevoegd tot het sluiten van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding en bezwaren van registergoederen.
  3. Ieder lid van het bestuur is tegenover de vereniging gehouden tot een behoorlijke vervulling van de hem opgedragen taak. Indien het een aangelegenheid betreft die tot de werkkring van twee of meer bestuurders behoort, is ieder van hen voor het geheel aansprakelijk terzake van een tekortkoming, tenzij deze niet aan hem is te wijten en hij niet nalatig is geweest in het treffen van maatregelen om de gevolgen daarvan af te wenden.

Artikel 27. Besluitvorming bestuur

  1. Alle besluiten worden door het bestuur genomen met volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen. Bij staking van stemmen geeft de stem van de voorzitter de doorslag, tenzij het bestuur besluit de zaak tot de volgende vergadering aan te houden.
  2. Om te kunnen besluiten moet ten minste de helft van het aantal bestuursleden, eventuele vacatures niet meegerekend, aanwezig zijn, tenzij het zaken betreft die geen uitstel gedogen.
  3. In afwijking van hetgeen de wet daarover bepaalt, is het oordeel van de voorzitter omtrent de uitslag van een stemming en de inhoud van een genomen besluit niet beslissend.

Artikel 28. Mandatering en delegatie van bestuurstaken en -bevoegdheden

  1. Het bestuur kan de uitvoering onderscheidenlijk uitoefening van bepaalde taken en bevoegdheden mandateren aan één of meer van zijn leden. Het bestuur kan daarbij met betrekking tot deze uitvoering en uitoefening richtlijnen en aanwijzingen geven.
  2. Het bestuur kan de uitvoering onderscheidenlijk uitoefening van bepaalde taken en bevoegdheden delegeren aan een door het bestuur ingestelde commissie. Het bestuur kan daarbij met betrekking tot deze uitvoering en uitoefening richtlijnen geven.
  3. De richtlijnen en aanwijzingen mogen niet in strijd zijn met de wet, met deze statuten of met een reglement als bedoeld in artikel 44.
  4. Bij mandatering aan één of meer bestuursleden wordt steeds in de eerstvolgende bestuursvergadering verslag uitgebracht van hetgeen is verricht.

Artikel 29. Vertegenwoordiging

  1. De bevoegdheid om de vereniging in en buiten rechte te vertegenwoordigen, komt toe aan:
    1. het bestuur;
    2. de voorzitter en de secretaris, gezamenlijk handelend;
    3. de voorzitter en de penningmeester, gezamenlijk handelend;
    4. de secretaris en de penningmeester, gezamenlijk handelend.
  2. Bij verhindering of ontstentenis van een in het eerste lid genoemde functionaris kan deze ten behoeve van de daar bedoelde vertegenwoordiging niet vervangen worden door een op grond van artikel 25 aangewezen vervanger.

Artikel 30. Geldmiddelen

De inkomsten van de vereniging bestaan uit:

  1. contributies;
  2. inschrijf- en entreegelden voor evenementen;
  3. schenkingen, legaten en erfstellingen;
  4. overige baten.

Artikel 31. Contributie

  1. De leden, met uitzondering van de ereleden, zijn aan de vereniging een jaarlijkse contributie verschuldigd, waarvan het bedrag door de Algemene Vergadering wordt vastgesteld.
  2. Het bedrag van de contributie van gezinsleden en jeugdleden wordt bepaald op een gedeelte van de contributie van algemene leden. Dit gedeelte kan voor elk van de genoemde categorieën verschillend zijn.
  3. Eenmaal vastgestelde bedragen blijven van kracht totdat zij door de Algemene Vergadering worden gewijzigd. Een wijziging werkt ten hoogste terug tot de aanvang van het verenigingsjaar waarin zij wordt vastgesteld.
  4. Wanneer het lidmaatschap van een lid in de loop van het verenigingsjaar eindigt, blijft desondanks de contributie over het gehele jaar verschuldigd.
  5. Het bestuur kan in bijzondere gevallen, al dan niet voor een bepaalde termijn, gehele of gedeeltelijke vrijstelling van het betalen van contributie verlenen.

Artikel 32. Begroting

  1. Het bestuur legt jaarlijks aan de Algemene Vergadering een begroting van inkomsten en uitgaven ter vaststelling voor op een zodanig tijdstip, dat deze begroting behandeld kan worden vóór de aanvang van het betreffende verenigingsjaar of uiterlijk op de in dat jaar te houden jaarlijkse Algemene Vergadering.
  2. De ontwerp-begroting wordt aan de stemgerechtigde leden en de jeugdleden ten minste drie weken vóór de Algemene Vergadering toegezonden, al dan niet door publicatie in het clubblad.
  3. Het bestuur is niet bevoegd tot het aangaan van verplichtingen als daardoor de begrotingspost ten laste waarvan de betreffende uitgaven moeten worden gebracht, met meer dan tien procent zou worden overschreden of het totale financiële resultaat van het betreffende verenigingsjaar daardoor ongunstiger zou worden dan in de begroting werd voorzien.
  4. Indien evenwel de begroting niet wordt vastgesteld vóór de aanvang van het betreffende verenigingsjaar, dan is het bestuur gedurende iedere maand die geheel of gedeeltelijk aan die vaststelling voorafgaat, bevoegd tot het aangaan van verplichtingen tot ten hoogste een/twaalfde gedeelte van de betreffende post van de ontwerp-begroting.

Artikel 33. Jaarverslag

  1. Het bestuur brengt jaarlijks een schriftelijk jaarverslag uit over de gang van zaken in de vereniging en over het gevoerde beleid in het afgelopen verenigingsjaar. Dit verslag wordt uitgebracht op een zodanig tijdstip, dat het behandeld kan worden op de eerste jaarlijkse Algemene Vergadering na afloop van dat verenigingsjaar.
  2. Het jaarverslag wordt door alle leden van het bestuur ondertekend. Ontbreekt de ondertekening van een of meer hunner, dan wordt daarvan onder opgave van redenen melding gemaakt.
  3. Artikel 32, tweede lid, is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 34. Boekhouding

  1. Het bestuur houdt van de vermogenstoestand van de vereniging zodanige aantekeningen, dat daaruit te allen tijde haar rechten en verplichtingen kunnen worden gekend.
  2. Het bestuur bewaart de in het eerste lid bedoelde bescheiden gedurende tien jaren.

Artikel 35. Rekening en verantwoording

  1. Het bestuur maakt jaarlijks een balans en een staat van de baten en de lasten van de vereniging over het afgelopen verenigingsjaar op en legt deze met een toelichting ter goedkeuring aan de Algemene Vergadering over op een zodanig tijdstip, dat zij behandeld kunnen worden op de eerste jaarlijkse Algemene Vergadering na afloop van dat verenigingsjaar.
  2. Artikel 32, tweede lid, en artikel 33, tweede lid, zijn van overeenkomstige toepassing.
  3. Goedkeuring van de balans en de staat van baten en lasten door de Algemene
    Vergadering strekt het bestuur tot décharge voor al hetgeen daaruit blijkt.
  4. Artikel 34, tweede lid, is van toepassing.

Artikel 36. Kascommissie

  1. De Algemene Vergadering benoemt jaarlijks uit de stemgerechtigde leden een kascommissie van ten minste twee leden. Tegelijkertijd worden zo mogelijk ten minste twee plaatsvervangende leden benoemd, die de leden bij ontstentenis vervangen. De leden en de plaatsvervangende leden mogen geen deel van het bestuur uitmaken. Aftredende leden kunnen terstond worden herbenoemd, tenzij zij reeds vier jaar zitting hebben.
  2. De kascommissie onderzoekt de balans en de staat van baten en lasten en brengt aan de Algemene Vergadering schriftelijk of mondeling verslag van haar bevindingen uit.
  3. Het bestuur stelt de kascommissie in staat, haar onderzoek tijdig voor de jaarlijkse Algemene Vergadering te verrichten en is verplicht de commissie ten behoeve van haar onderzoek alle door haar gevraagde inlichtingen te verschaffen, haar desgewenst de kas en de waarden te tonen en inzage van de boeken en bescheiden van de vereniging te geven.
  4. Indien het onderzoek bijzondere boekhoudkundige kennis vereist, dan kan de
    commissie zich op kosten van de vereniging door een deskundige doen bijstaan.
  5. De leden van de kascommissie kunnen te allen tijde door de Algemene Vergadering worden ontslagen, maar slechts tegelijk met de benoeming van andere leden.

Artikel 37. De Algemene Vergadering

  1. Aan de Algemene Vergadering komen in de vereniging alle bevoegdheden toe, die niet door de wet of de statuten aan andere organen zijn opgedragen.
  2. Jaarlijks wordt zo spoedig mogelijk, doch in ieder geval uiterlijk vier maanden na afloop van het voorafgaande verenigingsjaar, een Algemene Vergadering gehouden. In deze jaarlijkse Algemene Vergadering komen in ieder geval aan de orde:
    1. het jaarverslag, bedoeld in artikel 33;
    2. de balans en de staat van baten en lasten, bedoeld in artikel 35;
    3. het verslag van de kascommissie, bedoeld in artikel 36;
    4. de benoeming van een kascommissie voor het onderzoek van de balans en de staat van baten en lasten over het lopende verenigingsjaar;
    5. de begroting, bedoeld in artikel 32, tenzij deze al is vastgesteld;
    6. de voorziening in bestuursvacatures.
  3. De Algemene Vergadering kan de in het tweede lid genoemde termijn verlengen, van vier tot zes maanden.
  4. Andere Algemene Vergaderingen worden gehouden zo dikwijls het bestuur dat wenselijk vindt of ten minste twintig stemgerechtigde leden dan wel, indien dat minder is, ten minste een tiende deel der stemgerechtigde leden dat verzoeken. Bij het verzoek worden de te behandelen onderwerpen, die op de agenda moeten worden vermeld, duidelijk aangegeven.
  5. Schriftelijke voorstellen aan de Algemene Vergadering van ten minste zoveel stemgerechtigde leden als in het vorige lid worden bedoeld, worden op de agenda van de eerstvolgende Algemene Vergadering vermeld indien zij ten minste zes weken vóór die Algemene Vergadering bij het bestuur zijn ingediend. Zij worden met een preadvies van het bestuur ten minste drie weken vóór de Algemene Vergadering aan de leden toegezonden, al dan niet door publicatie in het clubblad.

Artikel 38. Bijeenroeping

  1. De Algemene Vergaderingen worden bijeengeroepen door het bestuur.
  2. De leden worden, behoudens in het geval bedoeld in het vierde lid, ten minste één en twintig dagen tevoren opgeroepen door toezending van een agenda, die desgewenst in het clubblad kan worden opgenomen.
  3. De agenda vermeldt plaats, datum en aanvangstijdstip van de vergadering, alsmede de te behandelen agendapunten.
  4. Indien ingevolge artikel 37, vierde lid, op verzoek van een aantal leden een Algemene Vergadering moet worden gehouden, is het bestuur verplicht die vergadering uit te schrijven binnen twee weken na ontvangst van het verzoek en op een termijn van niet langer dan zes weken na indiening van het verzoek. Indien hieraan geen gevolg wordt gegeven kunnen de verzoekers zelf tot bijeenroeping overgaan, hetzij overeenkomstig het tweede lid van dit artikel, hetzij door middel van een advertentie in ten minste één landelijk veel gelezen dagblad.

Artikel 39. Toegang en stemrecht

  1. Alle leden, met uitzondering van geschorste leden, behoudens het bepaalde in artikel 15, vijfde lid, artikel 16, derde lid en artikel 17, hebben toegang tot de Algemene Vergadering en stemrecht. Jeugdleden en geschorste leden hebben echter geen stemrecht. Indien de voorzitter buiten de leden is benoemd, heeft deze wel toegang tot de Algemene Vergadering, maar geen stemrecht.
  2. Over toelating van andere dan de in het eerste lid bedoelde personen beslist het bestuur.
  3. Een lid kan niet iemand anders machtigen, het stemrecht namens hem uit te oefenen.
  4. Ieder stemgerechtigd lid kan ter vergadering het woord voeren, voorstellen doen en amendementen indienen, behoudens de beperkingen die bij huishoudelijk reglement aan de uitoefening van deze rechten worden gesteld.

Artikel 40. Voorzitterschap en notulering

  1. De Algemene Vergaderingen worden geleid door de voorzitter of zijn plaatsvervanger. Is de voorzitter afwezig en heeft het bestuur niet in zijn vervanging voorzien, dan voorziet de vergadering zelf in het voorzitterschap.
  2. Van het verhandelde in een Algemene Vergadering wordt door de secretaris of zijn plaatsvervanger beknopte notulen opgemaakt. Is de secretaris afwezig en heeft het bestuur niet in zijn vervanging voorzien, dan wijst de voorzitter een notulist aan.
  3. Bij toepassing van artikel 38, vierde lid laatste volzin, kunnen de verzoekers anderen dan bestuursleden belasten met de leiding der vergadering en het opstellen der notulen.
  4. De ontwerp-notulen worden, door publicatie in het clubblad of op andere wijze, zo spoedig mogelijk ter kennis van de stemgerechtigde leden en de jeugdleden gebracht. Zij worden in de eerstvolgende Algemene Vergadering, eventueel gewijzigd, vastgesteld en door de voorzitter en de secretaris ondertekend. De eventueel door de Algemene Vergadering aangebrachte wijzigingen worden tevens opgenomen in de notulen van de vergadering waarin tot deze wijzigingen werd besloten.

Artikel 41. Besluitvorming

  1. Voorzover de wet of de statuten niet anders bepalen, worden alle besluiten van de Algemene Vergadering genomen met volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen.
  2. Blanco en ongeldige stemmen worden geacht niet te zijn uitgebracht, maar tellen wel mee voor het quorum.
  3. Alle stemmingen over de aanwijzing of benoeming van personen geschieden schriftelijk. Alle overige stemmingen geschieden mondeling, tenzij de voorzitter een schriftelijke stemming gewenst acht of ten minste vijf stemgerechtigde leden dat vóór de stemming verlangen. Een schriftelijke stemming geschiedt met ongetekende briefjes.
  4. Indien niemand stemming verlangt wordt het besluit bij acclamatie genomen.
  5. Indien mondelinge stemming moet plaatsvinden, dan kan de voorzitter besluiten tot stemming bij handopsteken, tenzij één der stemgerechtigde leden stemming bij hoofdelijke oproeping verlangt. Ook kan de voorzitter alsnog tot stemming bij hoofdelijke oproeping besluiten, indien hij bij de stemming bij handopsteken de uitslag der stemming niet kan vaststellen.
  6. Indien schriftelijke stemmingen over verschillende aanwijzingen, benoemingen of zaken moeten plaatsvinden, dan kunnen deze stemmingen gecombineerd worden mits de stembriefjes zodanig zijn ingericht, dat verwarring redelijkerwijs niet mogelijk is. Evenwel moeten afzonderlijke stemmingen worden gehouden indien ten minste vijf stemgerechtigde leden dat verlangen.
  7. Indien de stemmen staken over een voorstel niet rakende de benoeming of aanwijzing van personen, dan is het voorstel verworpen.

Artikel 42. Stemmingen over personen

  1. Indien bij een aanwijzing of benoeming van een persoon niemand de volstrekte meerderheid heeft gekregen, dan heeft een tweede stemming plaats, tenzij tussen twee personen is gestemd.
  2. Heeft dan wederom niemand de volstrekte meerderheid verkregen, dan vinden herstemmingen plaats totdat hetzij één persoon de volstrekte meerderheid heeft verkregen, hetzij tussen twee personen is gestemd en de stemmen staken.
  3. Bij de in het tweede lid bedoelde herstemmingen wordt telkens gestemd tussen de personen op wie bij de voorafgaande stemming kon worden gestemd, met uitzondering van de persoon op wie bij die voorafgaande stemming de minste stemmen zijn uitgebracht. Zijn bij die stemming de minste stemmen op meer dan één persoon uitgebracht, dan wordt door loting uitgemaakt op wie van die personen bij de volgende stemming geen stemmen meer kunnen worden uitgebracht.
  4. Indien bij een stemming tussen twee personen de stemmen staken, dan beslist het lot wie van beiden is aangewezen of benoemd.

Artikel 43. Vaststelling besluitvorming

  1. Het in de Algemene Vergadering uitgesproken oordeel van de voorzitter over de uitslag van een stemming is beslissend. Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit, voor zover werd gestemd over een niet schriftelijk vastgelegd voorstel.
  2. Wordt echter onmiddellijk na het uitspreken van het in het eerste lid bedoelde oordeel van de voorzitter de juistheid daarvan betwist, dan vindt een nieuwe stemming plaats, indien de meerderheid der vergadering of, indien de oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk of schriftelijk geschiedde, een stemgerechtigd lid dit verlangt. Door deze nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming.

Artikel 44. Reglementen

  1. De Algemene Vergadering kan een huishoudelijk reglement en andere reglementen vaststellen, waarvan de bepalingen niet in strijd mogen zijn met en niet mogen afwijken van de wet, ook waar die geen dwingend recht bevat, of van deze statuten.
  2. Indien de reglementen van de Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland verlangen dat een huishoudelijk reglement of een ander reglement aan de goedkeuring van de Raad van Beheer wordt onderworpen, dan treedt het niet in werking alvorens die goedkeuring is verkregen. Hetzelfde geldt voor wijziging van dat reglement.
  3. De Algemene Vergadering kan een reglement te allen tijde wijzigen, mits aan de in statuten en huishoudelijk reglement gestelde eisen voor de besluitvorming en de voorbereiding daarvan is voldaan. Ook de Algemene Vergadering kan echter geen besluiten nemen in strijd met een reglement.

Artikel 45. Geschillencommissie

  1. Het bestuur kan een geschillencommissie benoemen, bestaande uit een voorzitter en twee leden, die geen lid van het bestuur zijn en als onpartijdig en onkreukbaar bekend staan. De voorzitter dient zo mogelijk daarenboven de hoedanigheid van meester in de rechten te bezitten.
  2. Een benoeming als bedoeld in het eerste lid is pas van kracht, nadat deze door de Algemene Vergadering is bekrachtigd bij een met een meerderheid van ten minste twee/derde van de uitgebrachte stemmen genomen besluit.
  3. De leden van de geschillencommissie treden na drie jaar af Zij kunnen terstond worden herbenoemd. Het lidmaatschap van de commissie eindigt voorts door overlijden of bedanken. De leden kunnen niet worden ontslagen. Het einde van het lidmaatschap van de vereniging heeft niet het einde van het lidmaatschap van de commissie tot gevolg.
  4. De geschillencommissie is op schriftelijk verzoek van de meest gerede partij bevoegd kennis te nemen van alle geschillen tussen het bestuur en een of meer bestuursleden en tussen bestuursleden en/of leden onderling, indien door het voortbestaan van een dergelijk geschil de sfeer binnen de vereniging is verstoord of dreigt te worden verstoord, dan wel de goede gang van zaken binnen de vereniging anderszins wordt geschaad of dreigt te worden geschaad.
  5. De Algemene Vergadering kan besluiten, dat de geschillencommissie voor de behandeling van toekomstige beroepen tegen een weigering van toelating als bedoeld in artikel 11, tegen een opzegging van het lidmaatschap als bedoeld in artikel 15, tegen een ontzetting uit het lidmaatschap als bedoeld in artikel 16 en tegen een schorsing als bedoeld in artikel 17, voor de Algemene Vergadering in de plaats treedt. De Algemene Vergadering kan een dergelijk besluit voor toekomstige beroepen ook weer intrekken.
  6. De geschillencommissie doet in het geschil uitspraak na behoorlijk onderzoek en oproeping, althans schriftelijke raadpleging, van alle betrokkenen. Zij bepaalt verder zelf de loop van de procedure. De leden van de vereniging verstrekken aan de commissie alle door haar verlangde inlichtingen. De commissie kan op kosten van de vereniging deskundigen raadplegen, indien zij daaraan behoefte heeft.
  7. De schriftelijke uitspraak van de commissie wordt onverwijld aan het bestuur en aan alle betrokkenen toegezonden. Het bestuur en alle betrokkenen zijn verplicht, naar de uitspraken van de commissie te handelen.

Artikel 46. Aansprakelijkheid

De vereniging is tegenover haar leden niet aansprakelijk voor enige schade, ontstaan tijdens vanwege de vereniging georganiseerde bijeenkomsten of evenementen, van welke aard ook, en evenmin voor enige schade ten gevolge van door de vereniging verleende adviezen of door welke andere oorzaak dan ook.

Artikel 47. Statutenwijziging

  1. Deze statuten kunnen, onverminderd het bepaalde in de volgende leden, slechts worden gewijzigd bij een met ten minste twee/derde van de uitgebrachte stemmen genomen besluit van de Algemene Vergadering, waarin ten minste twee/derde van de stemgerechtigde leden aanwezig is. Indien niet twee/derde van de stemgerechtigde leden aanwezig is, dan wordt binnen zes weken een tweede Algemene Vergadering gehouden over het voorstel zoals dat in de vorige vergadering aan de orde is geweest. In die vergadering kan ongeacht het aantal aanwezige stemgerechtigde leden worden besloten, mits met een meerderheid van ten minste twee/derde van de uitgebrachte stemmen.
  2. Een afschrift van het voorstel tot statutenwijziging, waarin de voorgestelde wijziging woordelijk is opgenomen, wordt ten minste vijf dagen voor de vergadering door hen die de oproeping tot de vergadering hebben gedaan, op een daartoe geschikte plaats voor de leden ter inzage worden gelegd tot na afloop van de dag waarop de vergadering wordt gehouden. De leden worden van deze ter-inzage-legging op de hoogte gesteld.
  3. Voorts wordt het voorstel tot statutenwijziging hetzij tegelijk met de in artikel 38 bedoelde agenda aan alle leden toegezonden, al dan niet door publicatie in het clubblad, hetzij toegezonden aan alle leden die daarom verzoeken. In het laatste geval worden de leden van de mogelijkheid daartoe in kennis gesteld.
  4. Een wijziging van de statuten treedt niet in werking dan nadat deze door de Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland is goedgekeurd en van de wijziging een notariële akte is opgemaakt.

Artikel 48. Ontbinding

  1. De vereniging kan slechts worden omgezet, gefuseerd of ontbonden door een met ten minste twee/derde van de uitgebrachte stemmen genomen besluit van de Algemene Vergadering, waarin ten minste twee/derde van de stemgerechtigde leden aanwezig is. Indien niet twee/derde van de stemgerechtigde leden aanwezig is, dan wordt binnen zes weken een tweede Algemene Vergadering gehouden over het voorstel zoals dat in de vorige vergadering aan de orde is geweest. In die vergadering kan ongeacht het aantal aanwezige stemgerechtigde leden worden besloten, mits met een meerderheid van ten minste twee/derde van de uitgebrachte stemmen.
  2. Artikel 47, tweede en derde lid, is van overeenkomstige toepassing.
  3. Tegelijk met een besluit tot ontbinding wijst de Algemene Vergadering een andere kynologische vereniging aan, waaraan een eventueel batig saldo na vereffening zal toevallen. Ook kan de Algemene Vergadering een of meer anderen dan het bestuur met de vereffening belasten.

Huishoudelijk Reglement

Artikel 1. Toelating van leden

  1. Zij die als lid tot de vereniging willen toetreden, vermelden bij hun schriftelijke aanmelding hun naam, adres, postcode en woonplaats. Indien het een aanmelding als jeugdlid betreft, wordt ook de geboortedatum vermeld. Bij een aanmelding als gezinslid wordt de naam van de partner vermeld.
  2. Naam, adres en woonplaats van de in het eerste lid bedoelde personen worden zo spoedig mogelijk in het orgaan van de vereniging gepubliceerd met de mededeling, dat de leden binnen vier weken na verschijning schriftelijk en gemotiveerd bezwaren tegen de toelating van een of meer aspirant-leden aan het bestuur kenbaar kunnen maken. Het bestuur overweegt deze bezwaren bij zijn beslissing omtrent de toelating.
  3. De secretaris geeft het bestuursbesluit omtrent de toelating in het eerstvolgende nummer van het clubblad weer. In geval van niet-toelating deelt de secretaris dit tevoren schriftelijk en persoonlijk aan de betrokkene mee en daarbij worden de motieven vermeld, die het bestuur tot zijn beslissing hebben geleid. In geval van toelating wordt een exemplaar van de statuten en van dit huishoudelijk reglement het toegelaten lid toegezonden. Het bestuursbesluit wordt ook aan eventuele bezwaarden schriftelijk medegedeeld.

Artikel 2. Opzegging, ontzetting en schorsing

  1. Indien het bestuur voornemens is, een besluit tot opzegging, ontzetting of schorsing te nemen als bedoeld in de artikelen 15, 16 of 17 van de statuten, dan stelt het bestuur het betrokken lid tijdig tevoren schriftelijk onder opgave van redenen van dit voornemen in kennis.
  2. Het betrokken lid kan binnen twee weken bij het bestuur een bezwaarschrift tegen het in het eerste lid bedoelde voornemen indienen.
  3. Het lid wordt voorts mondeling door het bestuur gehoord, als dat in het bezwaarschrift wordt gevraagd. Het bestuur kan ook anderen horen alvorens te besluiten.
  4. In spoedeisende gevallen kan het bestuur besluiten voor de behandeling van het bezwaarschrift, doch niet dan nadat het betrokken lid is gehoord, dan wel de gelegenheid heeft gehad te worden gehoord.

Artikel 3. Voorzitter

  1. De voorzitter bevordert de behartiging van de belangen van en de goede gang van zaken in de vereniging.
  2. Hij leidt, behoudens het bepaalde in artikel 40 der statuten, de Algemene Vergaderingen en de vergaderingen van het bestuur. Hij handhaaft in de vergaderingen de statuten en reglementen van de vereniging en houdt ook buiten de vergaderingen toezicht op deze handhaving.
  3. Hij bepaalt de volgorde van behandeling van zaken ter vergadering, zolang de vergadering zelf daarover geen besluit neemt.
  4. Hij handhaaft de orde in de vergadering.
  5. Hij ondertekent samen met de secretaris de notulen van alle vergaderingen en de belangrijke uitgaande brieven.

Artikel 4. Secretaris

  1. De secretaris voert de correspondentie van de vereniging, ondertekent alle uitgaande brieven en legt de belangrijke uitgaande brieven ter beoordeling en mede-ondertekening aan de voorzitter voor.
  2. Hij maakt, behoudens het bepaalde in artikel 40 der statuten, de notulen van de Algemene Vergaderingen en van de bestuursvergaderingen. Hij zendt de notulen van een bestuursvergadering zo spoedig mogelijk na die vergadering in concept aan alle bestuursleden en agendeert de behandeling daarvan voor de eerstvolgende bestuursvergadering. Hij ondertekent de notulen na, eventueel gewijzigde, vaststelling samen met de voorzitter en neemt de eventueel door het bestuur aangebrachte wijzigingen tevens op in de notulen van de vergadering waarin tot deze wijzigingen werd besloten.
  3. Hij draagt in overleg met de voorzitter zorg voor de opstelling van de agenda ’s en alle bijbehorende stukken voor de Algemene Vergaderingen en de bestuursvergaderingen en ziet toe op tijdige verzending daarvan.
  4. Hij doet in iedere bestuursvergadering mededeling van alle ingekomen brieven. Aan het bestuur gerichte of voor het bestuur bestemde, maar bij andere bestuursleden ingekomen, brieven worden onverwijld door deze bestuursleden aan de secretaris doorgezonden.
  5. Hij draagt zorg voor het bijhouden van een overzichtelijk archief, waarin naast alle inkomende een afschrift van alle uitgaande correspondentie en alle vergaderstukken en notulen ook alle overige voor de vereniging van belang zijnde stukken worden opgenomen.
  6. Hij draagt zorg voor het voortdurend en nauwkeurig bijhouden van een ledenregister, waarin de namen, adressen en het soort lidmaatschap van alle leden zijn opgenomen. Dit register is voor alle leden bij de secretaris ter inzage.
  7. Hij draagt er door registratie van de in een Algemene Vergadering aanwezige stemgerechtigde leden en door andere maatregelen zorg voor, dat bij eventuele stemmingen ieder aanwezig stemgerechtigd lid op zo doelmatig mogelijk wijze één stem kan uitbrengen.
  8. Hij stelt het jaarverslag zo tijdig samen, dat dit na vaststelling door het bestuur overeenkomstig artikel 33 van de statuten kan worden uitgebracht.
  9. Het bestuur kan besluiten, dat een deel der werkzaamheden van de secretaris door een ander lid van het bestuur of, met toepassing van artikel 28 van de statuten en onder toezicht en verantwoordelijkheid van de secretaris, door een lid buiten het bestuur zal worden verricht volgens een werkverdeling die de goedkeuring van het bestuur behoeft.

Artikel 5. Penningmeester

  1. De penningmeester ziet, behoudens het bepaalde in het zevende lid, toe op het doen van alle ontvangsten en uitgaven der vereniging. Hij zorgt voor een tijdige inning van de jaarlijkse contributie der leden.
  2. De penningmeester behoeft voorafgaande toestemming van het bestuur voor het doen van uitgaven tot een hoger bedrag dan waartoe door het bestuur is besloten.
  3. De penningmeester is bevoegd, namens de vereniging bewijzen van ontvangst te ondertekenen. Hij kan deze bevoegdheid echter voor concreet omschreven ontvangsten tot ten hoogste een door het bestuur daartoe te bepalen bedrag delegeren aan de beheerder van een dagelijkse kas als bedoeld in het zevende lid.
  4. De penningmeester houdt nauwkeurig boek van alle ontvangsten en uitgaven en van alle andere gegevens die van belang kunnen zijn voor de uitvoering van de artikelen 34 en 35 van de statuten.
  5. Hij geeft tevens uitvoering aan artikel 34, tweede lid, van de statuten.
  6. Hij stelt de begroting, onderscheidenlijk de balans en de staat van baten en lasten zo tijdig samen, dat deze na vaststelling door het bestuur overeenkomstig de artikelen 32 en 35 van de statuten kunnen worden uitgebracht. In de begroting worden naast de ramingen voor het nieuwe jaar ook de ramingen voor het voorafgaande jaar en de uitkomsten van het laatst afgesloten jaar vermeld. In de staat van baten en lasten worden naast de uitkomsten van het betreffende jaar ook de ramingen voor dat jaar en de uitkomsten van het voorafgaande jaar vermeld.
  7. Het bestuur kan bepalen, dat andere bestuursleden dan de penningmeester of leden van een door het bestuur ingestelde commissie bevoegd zijn tot het doen van ontvangsten en uitgaven tot ten hoogste een daartoe door het bestuur te bepalen bedrag, en belast zijn met het beheer van de daaruit voortvloeiende dagelijkse kas, een en ander voorzover dit direct verband houdt met hun specifieke bestuurs- of commissietaak. Het saldo van een dergelijke kas mag niet meer bedragen dan een daartoe door het bestuur bepaald bedrag; het meerdere wordt onverwijld aan de penningmeester afgedragen. De beheerder van een dagelijkse kas is voor zijn beheer verantwoording schuldig aan de penningmeester. Hij houdt daartoe nauwkeurig boek van alle ontvangsten en uitgaven en van alle andere gegevens die de penningmeester noodzakelijk acht en verschaft de penningmeester daarvan een overzicht zo dikwijls deze dat verlangt. De penningmeester draagt er zorg voor, dat ook alle ontvangsten en uitgaven die door andere bestuursleden en commissieleden zijn gedaan, in de boeken der vereniging worden verantwoord.

Artikel 6. Bestuursvergaderingen

  1. Het bestuur vergadert als de voorzitter of ten minste de helft van de andere zittende bestuursleden dit wenselijk acht.
  2. De bestuursleden worden, spoedeisende gevallen uitgezonderd, ten minste twee weken tevoren van de door de voorzitter bepaalde dag, uur en plaats van de vergadering in kennis gesteld.
  3. De agenda, vermeldende de te behandelen onderwerpen, en eventuele toelichtende stukken worden, spoedeisende gevallen uitgezonderd, zo tijdig aan alle bestuursleden toegezonden dat deze zich op verantwoorde wijze op de vergadering kunnen voorbereiden.
  4. Indien het tweede en derde lid niet in acht zijn genomen of het betreffende onderwerp in de agenda niet duidelijk is omschreven, dan kan ter vergadering slechts een besluit worden genomen indien ten minste twee/derde van het aantal zitting hebbende bestuursleden aanwezig is en met het nemen van een besluit instemt. Over alle besluiten wordt zo nodig mondeling gestemd, nadat de voorzitter het voorstel waarover gestemd moet worden, duidelijk heeft geformuleerd. De volstrekte meerderheid is behaald indien ten minste één stem meer vóór dan tegen het voorstel is uitgebracht, waarbij blanco stemmen niet worden meegerekend.

Artikel 7. Einde bestuurslidmaatschap

Ieder die ophoudt lid van het bestuur te zijn, is verplicht binnen twee weken na het einde van zijn bestuurslidmaatschap alle onder hem berustende verenigingsstukken en eigendommen van de vereniging behoorlijk geordend aan zijn opvolger of aan een ander daartoe door het bestuur aan te wijzen bestuurslid over te dragen. Het bestuur kan deze termijn verlengen.

 

Artikel 8. Commissies

  1. De leden van commissies als bedoeld in artikel 28 van de statuten worden door het bestuur benoemd. Zij kunnen te allen tijde door het bestuur worden geschorst en ontslagen.
  2. Een door het bestuur ingestelde commissie kan te allen tijde door het bestuur worden opgeheven.

Artikel 9. Kascommissie; tussentijds onderzoek

  1. De kascommissie is te allen tijde bevoegd, hetzij op verzoek van het bestuur hetzij uit eigen beweging, een tussentijds onderzoek in te stellen. Artikel 36, derde en vierde lid, der statuten is op een dergelijk tussentijds onderzoek van overeenkomstige toepassing.
  2. Een tussentijds onderzoek wordt in ieder geval ingesteld wanneer een aftredend penningmeester de boekhouding en de kas en waarden aan zijn opvolger overdraagt.
  3. De kascommissie brengt van een tussentijds onderzoek schriftelijk verslag aan het bestuur uit.

Artikel 10. Algemene Vergaderingen; agendapunten en voorstellen

  1. De Algemene Vergadering kan geen besluiten nemen over een onderwerp, dat niet duidelijk in de agenda als te behandelen agendapunt is omschreven.
  2. Van brieven die aan de Algemene Vergadering zijn gericht, wordt in de eerstvolgende Algemene Vergadering bij de behandeling van het agendapunt ‘Ingekomen stukken’ mededeling gedaan. Zij vormen geen onderwerp van beraadslaging indien zij niet afzonderlijk als te behandelen agendapunt op de agenda zijn vermeld of met een ander agendapunt verband houden, tenzij de vergadering anders besluit. De Algemene Vergadering kan echter ook in dat geval niet afwijken van het eerste lid.
  3. Ieder lid kan ter vergadering over één agendapunt niet vaker dan twee maal het woord voeren, tenzij met toestemming van de voorzitter of van de vergadering.
  4. Ieder stemgerechtigd lid kan ter vergadering een voorstel van orde doen. Een dergelijk voorstel betreft de wijze van behandeling van de agenda of van een agendapunt.
  5. Ieder stemgerechtigd lid kan ter vergadering een duidelijk omschreven voorstel indienen betreffende een agendapunt dat aan de orde is. Het voorstel vormt slechts onderwerp van beraadslaging indien het door ten minste vier andere aanwezige stemgerechtigde leden wordt ondersteund.
  6. Ieder stemgerechtigd lid kan ter vergadering een amendement indienen. Amendementen met betrekking tot een voorstel tot statutenwijziging moeten echter ten minste een week voor de vergadering schriftelijk bij het bestuur worden ingediend. Een amendement behelst een duidelijk omschreven voorstel tot wijziging van een voorstel dat aan de orde is. Het amendement vormt slechts onderwerp van beraadslaging indien het door ten minste vier andere aanwezige stemgerechtigde leden wordt ondersteund.
  7. Ieder stemgerechtigd lid kan ter vergadering een motie indienen. Een motie behelst een duidelijk omschreven voorstel om een oordeel uit te spreken of een verzoek te doen. De motie vormt slechts onderwerp van beraadslaging indien deze door ten minste vier andere aanwezige stemgerechtigde leden wordt ondersteund. Een motie die niet betrekking heeft op een bepaald agendapunt, kan bij de rondvraag worden ingediend.
  8. Indien in een aangenomen motie aan het bestuur gevraagd wordt iets te doen of na te laten, het nemen van besluiten daaronder begrepen, dan beraadt het bestuur zich in de eerstvolgende bestuursvergadering en maakt zijn genomen besluit zo spoedig mogelijk in het clubblad bekend. Indien het bestuur besluit aan de motie geen gevolg te geven, is het verplicht het onderwerp op de agenda voor de eerstvolgende Algemene Vergadering als te behandelen agendapunt te vermelden.

Artikel 11. Algemene Vergaderingen; stemmingen

  1. Een in een Algemene Vergadering uitgebrachte stem is ongeldig, indien de keuze van het betreffende lid daaruit naar het oordeel van de voorzitter of, als een stembureau is gevormd, naar het oordeel van het stembureau niet duidelijk en ondubbelzinnig blijkt.
  2. Een schriftelijke stemming is ongeldig, indien meer stemmen zijn uitgebracht dan er stemgerechtigde leden aanwezig zijn en het verschil op de uitslag van de stemming van invloed kan zijn.

Artikel 12. Algemene Vergaderingen; orde

De voorzitter kan aan een lid dat ter vergadering onfatsoenlijke taal gebruikt of zich op andere wijze misdraagt, na waarschuwing het recht ontnemen om bij het betreffende agendapunt of gedurende de gehele vergadering verder het woord te voeren. Bij herhaald wangedrag kan de voorzitter het lid het recht ontnemen de vergadering verder bij te wonen.

Artikel 13. Contributie

Nieuwe leden die na 1 juli als lid worden toegelaten, zijn over het lopende verenigingsjaar slechts de helft van de contributie verschuldigd, mits zij gelijktijdig de jaarcontributie over het volgende verenigingsjaar betalen.

Artikel 14. Representatie

De leden wekken tegenover derden niet de indruk dat zij de vereniging representeren, tenzij zij deel uitmaken van het bestuur of door het bestuur uitdrukkelijk tot representatie zijn gemachtigd.

Artikel 15. Orgaan der vereniging

  1. Het bestuur bevordert, dat tenminste vier maal per jaar een clubblad als orgaan van de vereniging verschijnt.
  2. Het bestuur benoemt op grond van artikel 28 van de statuten een redactiecommissie, bestaande uit een bestuurslid als gedelegeerde van het bestuur en ten minste twee leden die geen lid van het bestuur zijn. Het tweede lid van dat artikel is, behoudens het in dit artikel bepaalde, niet van toepassing.
  3. Het bestuur bepaalt binnen de grenzen van de begroting de omvang en vormgeving van het clubblad na overleg met de redactiecommissie.
  4. De redactiecommissie bepaalt de inhoud van het clubblad met inachtneming van het in dit artikel bepaalde. Zij beslist bij meerderheid van stemmen over de plaatsing van artikelen en andere bijdragen. Staken de stemmen, dan wordt geacht tot plaatsing te zijn besloten.
  5. Indien de plaatsing van een door een lid ingezonden bijdrage wordt geweigerd, dan wordt de kopij binnen twee maanden na inzending aan de inzender teruggezonden onder opgave van de reden van weigering. Indien het betrokken lid zich met deze weigering niet kan verenigen, dan kan hij zich terzake schriftelijk tot het bestuur wenden. Het bestuur neemt zo mogelijk in zijn eerstvolgende vergadering een beslissing en deelt deze schriftelijk en gemotiveerd mee aan de inzender en aan de redactiecommissie. Indien het bestuur alsnog tot plaatsing besluit, is de redactiecommissie tot plaatsing verplicht. Zij kan echter onder verwijzing naar het bepaalde in dit lid tot uitdrukking brengen, dat plaatsing onder verantwoordelijkheid van het bestuur geschiedt.
  6. In het clubblad worden in ieder geval vermeld, casu quo opgenomen:
    1. de namen en adressen van de bestuursleden;
    2. de door het bestuur ingestelde commissies en het correspondentieadres van deze commissies;
    3. mededelingen van het bestuur en van de commissies;
  7. Het bestuur beslist omtrent de plaatsing van advertenties.

Artikel 16. Vergoedingen

  1. De leden van het bestuur genieten ten laste van de vereniging een vergoeding voor noodzakelijk gemaakte reis- en verblijfkosten, porti en telefoonkosten.
  2. De vergoeding voor reiskosten wordt gebaseerd op de kosten van openbaar vervoer, tenzij de reis doelmatiger per auto kan worden gemaakt, in welk geval per gereden kilometer een bedrag wordt vergoed, dat door de Algemene Vergadering wordt bepaald. De overige vergoedingen zijn gelijk aan de werkelijk gemaakte kosten.
  3. Het bestuur kan voor de te vergoeden verblijfkosten maxima bepalen. Voor meerdaagse reizen en voor reizen naar het buitenland is voorafgaande toestemming van het bestuur nodig.
  4. De kosten moeten schriftelijk gedeclareerd worden in het jaar waarin zij zijn gemaakt. De penningmeester gaat niet tot uitbetaling over dan nadat de declaratie door de voorzitter of, als het de voorzitter zelf of een niet-bestuurslid betreft, door een ander daarvoor het meest in aanmerking komend bestuurslid voor akkoord is mede- ondertekend.
  5. Het bestuur kan bepalen, dat dit artikel ook van toepassing is op leden van commissies en op anderen die ter uitvoering van een bestuursopdracht kosten hebben gemaakt.

Artikel 17. Introductie

Ieder lid kan met toestemming van de voorzitter één persoon introduceren bij bijeenkomsten en vergaderingen, tenzij het bestuur heeft bepaald dat voor een bepaalde bijeenkomst of vergadering introductie niet is toegestaan. Op introductie bij een Algemene Vergadering is echter uitsluitend artikel 39, tweede lid, der statuten van toepassing.

Artikel 18. Onvoorziene gevallen

In gevallen waarin de wet, de statuten en dit reglement niet voorzien, beslist het bestuur. Over zijn beslissing legt het bestuur desgevraagd verantwoording aan de Algemene Vergadering af.